Geloven in Nes
De oudste bronnen over Ameland gaan over kerkelijke aangelegenheden. Al in de dertiende eeuw blijkt Ameland eigendom te zijn van het bisdom Utrecht. Met name de Benedictijner monniken uit het klooster van Forwerd (Ferwerd) maakten de dienst uit. Van oorsprong zijn de oudste kerken, zoals het turfstenen kerkje bij de kloosterhof, dan ook Rooms-Katholiek. Aan de Rooms-Katholieke geschiedenis lijkt abrupt een eind te komen door de Cammingha's. Deze zijn lang niet allemaal protestants, maar om de rust op het eiland te bewaren verbieden ze de Rooms-Katholieke godsdienst. Het einde van de parochie van Sint Jan. Tussen 1587 en 1627 zijn er enkel protestantse samenkomsten, al wordt het samenkomen van de roomse burgers in een kelder van een woning aan de Torenstraat oogluikend toegestaan. Die verdraagzaamheid ten opzichte van elkaar is tekenend voor de geloofsbeleving van de eilanders door de eeuwen heen. Na 1627 komen de Jezuïeten, die in 1630 een eerste kerk wijden aan de heilige Sint Clemens. Vooral de benoeming van kardinaal de Jong heeft de Katholieke parochie van Nes veel goed gedaan. Contacten met de bisschop van Keulen resulteren tot de dag van vandaag in enorme groepen Duitse jeugd die het eiland komen bezoeken in de zomermaanden. Intussen gaan de protestanten op het eiland samen op weg. De doopsgezinden en de gereformeerden kerken al jaren samen. Weliswaar noodgedwongen (beide gemeenten zijn erg klein) maar toch vrijwel uniek in Nederland. Grote verschillen in leer kunnen op dit eiland worden overwonnen. Daar kunnen veel kerken op de wal nog heel wat van leren! Bij toerbeurt kerken de protestanten in Hollum, Ballum of Nes. Zo blijven alle kerkgebouwen in gebruik. |
|